Verslag commissiedebat wetenschapsbeleid

  • Apr 2023
  • Johan van de Worp
  • 1
  • 33
Johan van de Worp
Nieuwsrubriek
  • Marjan van Hunnik
  • Kim Huijpen
  • Claartje Chajes

De Tweede Kamer is verdeeld over Erkennen & Waarderen en de mogelijke impact op de internationale positie van de Nederlandse wetenschap. Dat blijkt uit het commissiedebat Wetenschapsbeleid, dat op dinsdag 18 april plaatsvond. Hieronder treffen jullie een samenvatting aan – wederom met dank aan de collega’s van UNL voor de monitoring van het debat. Het debat laat heel goed zien hoe de politiek staat tegenover het programma Erkennen & Waarderen.

Eerste termijn

In de eerste termijn gaven vooral rechtse partijen aan zich zorgen te maken over het programma Erkennen & Waarderen. Zo constateert Van der Woude (VVD) dat universiteiten op de internationale rankings zijn gedaald. Zij wil van de minister weten hoe het staat met de uitvoering van de motie over de internationale positie van de Nederlandse wetenschap in relatie tot Erkennen & Waarderen. Pouw-Verweij (JA21) geeft aan dat het programma ‘lief, zacht en aardig’ klinkt, maar vreest dat het programma te veel de scherpe randjes van de wetenschap probeert af te halen. ‘Wetenschap is echter topsport. Slaan we met dit programma niet door? Ik kan me zelfs voorstellen dat ze zich in China wezenloos lachen om deze therapeutische benadering van wetenschap.’ Zij vraagt hoe de minister aankijkt tegen het gevaar dat nieuwe criteria en randvoorwaarden de aandacht afleiden van wetenschappelijke kwaliteit, concrete prestaties en harde resultaten. Daarnaast wil zij weten of er in het programma een mechanisme is ingebouwd om te voorkomen dat het waarderen van wetenschap op de duur een lege huls wordt. De SGP is blij dat we af zijn van de vele prestatie-indicatoren en prestatieafspraken, maar vreest dat de balans met Erkennen & Waarderen is doorgeslagen naar de andere kant. De partij wil van de minister weten hoe hij over het narratief cv denkt. Verder vraagt de partij waarom het gebruik van de Journal Impact Factor en de H-index wordt ontmoedigd.

Partijen als D66 en de PvdA waren daarentegen juist positief over het programma. Van der Laan (D66) vindt dat er veel goeds gebeurt en is blij dat het programma vanuit de academische wereld zelf komt. Ze vindt het heel goed dat de routekaart ‘unaniem is ondertekend’. In haar optiek is het niet nodig om als politiek te sturen. De Hoop (PvdA) constateert dat Nederland met Erkennen & Waarderen internationaal vooroploopt en dat biedt volgens hem kansen om de richting te bepalen. ‘Ik zou graag zien dat Erkennen & Waarderen in de internationale samenwerking een meer prominente plek krijgt.’ Van der Graaf (ChristenUnie) vindt het positief dat het programma recht doet aan de diversiteit van het werk van wetenschappers. Zij wil van de minister weten waar jonge wetenschappers op worden afgerekend en vraagt of er voor deze doelgroep voldoende aandacht is in het programma.

Reactie minister

In antwoord op de gestelde vragen spreekt de minister zijn waardering uit over het programma Erkennen & Waarderen en refereert naar het Recognition & Rewards Festival van 13 april. In zekere zin, zo zegt de minister, is Erkennen & Waarderen ‘het personeelsbeleid binnen de universiteit’. Het gaat over het erkennen en waarderen van het hele spectrum aan mogelijke rollen binnen de wetenschap en het bieden van loopbaanmogelijkheden. Het programma gaat niet alleen over het beoordelen van de kwaliteit van onderzoek. Daarbij is overigens nog steeds het uitgangspunt dat onderzoek ‘goed’ moet zijn. Vraag is alleen: hoe meet je dat? Hij heeft geen indicatie dat de nieuwe wijze van beoordelen het onderzoeksklimaat van Nederland negatief beïnvloed. In vervolg op de eerder ingediende motie van Hatte van der Woude wil de minister nog dit jaar een onafhankelijke evaluatie starten naar de impact van Erkennen & Waarderen op de internationale positie van de Nederlandse universiteiten. Daarbij belooft hij de vinger aan de pols te houden. Nederland loopt met het programma Erkennen & Waarderen weliswaar voorop, maar staat zeker niet alleen in deze ontwikkeling. De minister ziet in andere landen, zoals de Verenigde Staten, Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland vergelijkbare ontwikkelingen. In reactie op de vragen van de heer Bisschop licht de minister toe wat een H-index is. Daarnaast geeft hij aan dat NWO niet langer spreekt over het narratief cv, maar over een evidence based cv. Er zijn verschillende manieren waarop je succes kan definiëren, zowel kwantitatief als kwalitatief. Het evidence based cv biedt zo ruimte voor maatwerk. Ten slotte is de minister van mening dat jonge wetenschappers behoefte hebben aan duidelijkheid over wat zij kunnen verwachten. Hij merkt op dat het programma Erkennen & Waarderen daarmee bezig is.

Tweede termijn

In de tweede termijn vraagt Van der Woude nogmaals door. Zij vindt het een goede zaak dat universiteiten verschillende loopbaanpaden bieden. Haar zorgen gaan vooral over het evidence based cv dat NWO hanteert. Zij stelt dat het gebruik van metrics in dit format niet langer is toegestaan. Een ‘flinke groep wetenschappers’ maakt zich hierover zorgen en voelt zich niet gehoord. Als Nederland de ‘spelregels’ verandert en te ver op de troepen vooruit loopt, heeft dat onvermijdelijk gevolgen voor de positie van de Nederlandse wetenschap. Dat er geen indicatie is dat het programma negatieve gevolgen heeft, is in haar optiek geen reden tot juichen. Dat komt slechts omdat er nog geen onderzoek naar is verricht. De minister antwoordt dat het niet waar is dat wij middelmatig onderzoek willen selecteren. Nog steeds is het beste onderzoek het criterium. De vraag is alleen hoe we het beste onderzoek selecteren.

Comments

1 comment, 1 May 2023

Tags