Uit het Algemeen Dagblad van 22 augustus:
Universiteit Utrecht wéér uitgeroepen tot beste van Nederland, maar klopt dit wel met de werkelijkheid?
De Universiteit Utrecht is volgens de Shanghai Ranking in 2022 wéér de beste universiteit in Nederland. Jaar na jaar scoort de Universiteit Utrecht het beste van alle Nederlandse universiteiten. Een mooie prestatie, maar hoe compleet is het beeld dat zo’n ranking geeft nu eigenlijk? ,,We moeten af van een doorgeschoten focus op publicaties en citaties in de wetenschappelijke wereld.”
De Academic Ranking of World Universities (ARWU), zoals de ranglijst die in het kort de Shanghai Ranking wordt genoemd voluit heet, wordt sinds 2003 jaarlijks samengesteld. In al die jaren eindigde Utrecht steevast het hoogste van Nederland in die lijst. Jaar na jaar mogen we dus weer trots zijn op de UU, die het zo goed doet.
Sowieso doet Nederland het als klein kikkerlandje enorm goed in de internationale ranking lijsten. Nederland is een van de weinige landen waarvan vrijwel alle universiteiten in de internationale rankings voorkomen.
Compliment
Annelies Waterlander van de Universiteit van Utrecht is trots op de hoge notering: ,,Natuurlijk is het een compliment als je in zo’n ranglijst hoog genoteerd staat. Dat zegt iets over de onderzoekskwaliteit in Utrecht en ook ons land, want andere universiteiten doen het ook goed.”
De Shanghai Ranking is een ranglijst opgesteld door Shanghai Ranking Consultancy. Dit is een onafhankelijke organisatie die universiteiten beoordeelt op verschillende criteria: de kwaliteit van het onderwijs, de kwaliteit van de faculteit, het aantal artikelen en papers die geproduceerd worden, en de academische prestaties van studenten en medewerkers. Het moet ook veel meer gaan over onderwijs en de wijze waarop je met je onderzoek bijdraagt aan maatschappelijke vragen
Allemaal erg belangrijke factoren, maar bij een zoektocht naar de belangrijkste criteria en hoe deze worden gewogen, lijkt de focus vooralsnog voornamelijk te liggen op het aantal artikelen en papers die geproduceerd worden: de meeste rankings leggen de nadruk op onderzoek.
Dat geeft ook Annelies Waterlander toe: ,,We willen ons tegelijk als UU niet blindstaren op rankings. Ze geven namelijk een eenzijdig beeld. We moeten af van een doorgeschoten focus op publicaties en citaties in de wetenschappelijke wereld. Het moet ook veel meer gaan over onderwijs en de wijze waarop je met je onderzoek bijdraagt aan maatschappelijke vragen.”
Het bureau Universiteiten van Nederland bevestigt dit beeld. Op hun website schrijven zij: ,,Een ranking schetst een onvolledig beeld van de werkelijkheid. De kracht van hogeronderwijsinstellingen is, bij uitstek, de onderlinge diversiteit. De valkuil van rankings is dat zij een globaal beeld schetsen waarbij er (te) weinig recht wordt gedaan aan de complexiteit van datgene wat wordt gemeten.”
Onvolledig en onzijdig beeld
Een onvolledig, eenzijdig beeld van de werkelijkheid dus. Is de blijdschap en trots op onze universiteit dan zo misplaatst? Welnee, zegt Alexandra Vennekens, thema coördinator van het Rathenau Instituut. Volgens haar is het absoluut knap dat de UU zo hoog is geëindigd.
,,Je hebt vier grote, belangrijke ranking lijsten, de Shanghai Ranking is er daar één van. Deze ranking lijsten hanteren verschillende criteria. Ze geven ieder een beperkt beeld op basis van een aantal indicatoren. Soms wordt er naar specifieke disciplines gekeken, soms wordt er gekeken naar wat academici en werkgevers van universiteiten vinden, bijvoorbeeld.”Het resultaat van de UU is zéker iets om trots op te zijn
Vaak is het een combinatie van factoren, maar je hebt ook rankings die erg specificeren op onderzoek. Zo ook de Shanghai Ranking. ,,Dit houdt in dat grote onderzoeksuniversiteiten, die heel veel publiceren, in deze ranglijst eerder hoog eindigen. Dat is ook de reden dat die rankings jarenlang al heel sterk gedomineerd worden door de VS en het Verenigd Koninkrijk.”
,,Maar dat betekent ook weer dat als je als Nederlandse Universiteit hoog eindigt, het eigenlijk extra knap is. Dus het resultaat van de UU is zéker iets om trots op te zijn. Zij doen naast onderzoek óók nog eens veel aan onderwijs. Maar het betekent niet dat universiteiten die laag in een ranking staan geen goede universiteiten zijn. Die kunnen juist goed zijn in aspecten die zo’n ranking niet meet.”