De Radboud Jonge Akademie (RJA) is onlangs begonnen met een nieuwe tweewekelijkse blogserie. Jonge wetenschappers delen in een blog de dagelijkse dilemma's waar zij tegenaanlopen. 'In deze blogserie wil de Radboud Jonge Akademie de dilemma’s laten zien die zich voordoen in de limbo tussen de huidige realiteit en de beloofde verandering. Wij willen het belang van de implementatie van Erkennen & Waarderen principes onderstrepen en expliciet maken wat er op het spel staat: de kans om echt te excelleren.'
Mark Dingemanse schreef de eerste bijdrage. Herken je het beeld dat Dingemanse schetst of heb je er een weerwoord op? We lezen je ideeën graag in de comments.
Hieronder volgt de gekopieerde tekst:
Blog 1: Schaken op vijf borden
De afgelopen jaren is er veel reuring rondom Erkennen & Waarderen. De roep tot verbreding van hoe we wetenschappers erkennen en waarderen juicht natuurlijk iedereen toe, maar ik heb nog niet vaak gehoord over één van de meest voelbare bijeffecten voor de jongere lichting academici: van ons wordt nu verwacht dat we op álle fronten goed scoren.
Dat zegt niemand zo natuurlijk, maar het is een eenvoudig gevolg van het feit dat we beoordeeld worden door senioren met verschillende referentiekaders. Tegenover elke Erkennen & Waarderen-adept staat een dinosaurus die nog watertandt bij publicaties in tijdschriften met een hoge impact factor. Tegenover elke team science-fan staat iemand die vraagt, ‘maar waar zijn de first-author publicaties?’ De één waardeert goede onderwijsevaluaties, een ander knikt minzaam maar zegt dat 'ie nog wel wat meer leiderschap wil zien. ‘En waar is de public outreach?’, zegt de volgende.
Dát bonte gezelschap reviewt onze artikelen, beoordeelt ons voor promoties, beurzen, en prijzen, geeft wel of niet groen licht bij vooraanvragen. En zo, terwijl er in commissies en dialoogtafels lustig op los gefilosofeerd wordt over het verlichten van de ratrace, mag de jongere lichting op 5 borden tegelijk schaken.
Instellingen mogen Erkennen & Waarderen dan omarmen in hun visiedocumenten en roadmaps, maar feitelijk bieden ze nog steeds nauwelijks ruimte voor kwalitatief verschillende carrièrepaden, want UFO. Excellente docenten worden nog steeds onderworpen aan schadelijke flexwetgymnastiek, tenzij ze misschien excellent publiceren, want rankings. Wie veel outreach doet mag shinen in het jaarverslag, maar dat gaat allemaal wel af van je onderzoekstijd — niet je onderwijstijd natuurlijk, want we worden tenslotte betaald voor het afleveren van studenten, niet het vergroten van kennis. Om een beursaanvraag te mogen schrijven moet je ervaring naadloos passen bij onze onderwijsbehoefte. Maar om daadwerkelijk kans te maken op die beurs moet je vooral goed publiceren. En oh, vergeet niet die samenwerking met het bedrijfsleven in je narratieve CV, daar houdt de commissie zo van.
Het gevolg: waar eerder gezocht werd naar 5 high IF-papers is er momenteel vooral vraag naar schapen met 5 poten. En dat was volgens mij precies níet de bedoeling van Erkennen & Waarderen.
Misschien zijn dit allemaal symptomen van een systeem dat in flux is. Als rasoptimist geloof ik dat graag. Maar het voelt voorlopig vooral nog alsof we gemangeld worden tussen verschillende belangen. Bij de Radboud Jonge Akademie praten we met elk gremium, en komen die belangen soms wel heel nadrukkelijk boven water. Een hoogleraar kan ons aanmoedigen om vooral kritisch te blijven denken over impact terwijl een onderzoeksdirecteur ons influistert dat de impact factor toch wel een ‘nuttig signaal’ is. Een hoge bestuurder kan zeggen ons initiatief voor het verbreden van het ius promovendi te steunen, terwijl het college van decanen er tegelijk een beleidsdocument doorheen jast dat vooral de belangen dient van hoogleraren.
Erkennen & Waarderen zet in op een kentering van het systeem. Een onbedoeld gevolg is dat de jongere generatie plotseling alles moet zijn voor iedereen. Wij zijn wel klaar met het schaken op vijf borden. De universiteit is nu aan zet.
~ Mark Dingemanse
Comments
Een mooie reflectie op de kloof tussen E&W theorie en praktijk, die we denk ik allemaal wel herkennen.
Het gaat in de column over de "jongere lichting academici." Ook in Leiden merk ik vaak dat de lokale afdeling van De Jonge Akademie in brede zin wordt geïdentificeerd met jonge academici. Zo heb ik al een aantal keer gehoord dat jonge academici goed vertegenwoordigd zijn in E&W teams omdat een lid van de Young Academy Leiden is uitgenodigd. Ik kijk daar anders naar.
Uiteraard staat het iedereen vrij om zich jong te voelen en als jong te identificeren, maar ik zou er zelf wel voor pleiten om onderscheid te maken tussen de groep die wordt vertegenwoordigd door de lokale Jonge Akademies en de groep "early-career researchers." Jonge Akademies zijn vaak samengesteld uit UDs/UHDs van 35+ die al vrij ver gevorderd zijn in hun carrière en leidinggevende posities innemen. Ze vertegenwoordigen dus niet de promovendi en postdocs van (over het algemeen) 35- die aan het begin van hun carrière staan. Promovendi en postdocs worden vertegenwoordigd door organisaties zoals PNN, PostdocNL, en verscheidene lokale PhD/postdoc verenigingen.
Het is wat mij betreft belangrijk om naar beide groepen te luisteren, omdat ze significant andere perspectieven en ervaringen inbrengen in het E&W debat. Dus tegen alle piepjonge UDs/UHDs zou ik zeggen: eis je plek op in het E&W debat, maar hou ook een plekje vrij voor die nog jongere collega!