Vijf jaar werken, vier jaar betaald: dit zijn de redenen waarom promovendi uitlopen
- 21 Mar
- Claartje Chajes
- 1
- 1
- 33
Bron: Folia, UvA
Promoveren duurt gemiddeld vijf jaar in Nederland, terwijl promovendi maar voor vier jaar betaald krijgen. Onduidelijke verwachtingen, slechte begeleiding en onrealistische planning zijn daar de oorzaak van, concludeert het Promovendi Netwerk Nederland (PNN) in een rapport dat vandaag verschijnt.

Slechts 40 procent van de promovendi slaagt erin een promotietraject – waar een vierjarig contract voor staat – binnen vijf jaar af te ronden. De rest doet er langer over en moet het proefschrift wanneer het contract afloopt afschrijven in eigen tijd. Vaak in een precaire financiële situatie of naast een fulltimebaan. Sommige promovendi slagen er binnen die omstandigheden helemaal niet meer in het proefschrift in te leveren.
Voor het eerst vroeg Promovendi Netwerk Nederland (PNN) promovendi naar de redenen die ze zelf aandroegen voor de uitloop via focusgroepen. Dat rapport, met als belangrijkste conclusie dat de promotievoorwaarden te onduidelijk zijn gesteld, verschijnt vandaag en wordt vrijdagmiddag op een symposium in Utrecht gepresenteerd.
Promovendi die hun ervaringen met Folia wilden delen werden binnen de gegeven tijd niet gevonden. ‘Je merkt dat er een stigma aankleeft waar men niet graag mee naar buiten treedt,’ zegt Benthe van Wanrooij daarover, UvA-promovendus en voorzitter van PNN. En dus voert zij het woord namens hen.

Benthe, promotietrajecten die uitlopen zijn van alle tijden. In 1993 concludeerden onderzoekers al dat meer dan de helft van de UvA-promovendi vertraging opliep. Wat was voor jullie de aanleiding om dit nu te onderzoeken?
‘De afgelopen jaren kregen we signalen dat er meer druk was gekomen op het promotietraject. Promovendi hadden het gevoel dat er taken bijkwamen maar dat er nooit iets afging. Zo moeten promovendi tegenwoordig voor ze aan de slag kunnen een plan maken voor datamanagement, toestemming vragen bij ethische commissies en open science principes naleven. Wij wilden weten of dat invloed had op de promotieduur.’
En?
‘Dat speelt zeker een rol. We hoorden van promovendi dat ze soms 6 tot 8 maanden moesten wachten op toestemming voor het gebruik van data. Maar die reden is super projectafhankelijk.’
‘Ook concluderen we dat veel dingen hetzelfde zijn gebleven. Onvoldoende begeleiding, zware onderwijstaken en sociale isolatie zijn al dertig jaar redenen waarom promovendi uitlopen.’
‘Wat we in dit rapport voor het eerst zagen is dat de voorwaarden die er aan een proefschrift worden gesteld te vaag blijven. Daardoor is het niet duidelijk voor promovendi wanneer een proefschrift af is. Er zijn wel formele regels waar een proefschrift aan moet voldoen, denk aan het aantal publicaties, maar die verschillen per faculteit en promotoren hebben vaak ook weer hun eigen eisen. Die onduidelijkheid zorgt voor uitloop, terwijl naar concrete doelen toewerken juist motiveert.’
46 promovendiHet PNN ondervroeg 46 PhD-kandidaten aan Nederlandse universiteiten, het overgrote deel van hen was in de laatste fase van het promotietraject. 70 procent van hen was vrouw en meer dan 40 procent promoveerde in de sociale wetenschappen. Alle Nederlandse universiteiten waren vertegenwoordigd, met uitzondering van de universiteit Maastricht.
PNN vroeg voor het eerst promovendi zelf om redenen aan te dragen voor de uitloop van het promotietraject. Dat gebeurde in focusgroepen, eerdere onderzoeken werkten alleen met vragenlijsten.
Een derde van de promovendi aan de UvA in 1993 liep een halfjaar uit. Anno 2025 doet 40 procent van de promovendi er langer dan een jaar extra over. Hebben promovendi vandaag de dag het zwaarder?
‘Dat is moeilijk na te gaan, ook kwantitatief. De duur van promotietrajecten werd vroeger namelijk nauwelijks bijgehouden. Dat begint nu pas te komen aan universiteiten.’
‘Wel is het zo dat het aantal promovendi ontzettend is toegenomen. In de jaren 90 waren er zo’n 8.000 promovendi in Nederland, nu zijn het er 40.000. Ook is promoveren toegankelijker geworden en de groep promovendi diverser. Vroeger waren het vaker de elite die promoveerden, nu is het een steeds betere afspiegeling van de samenleving. Dat wil zeggen, meer mensen met een lager inkomen en meer vrouwen. Promoveren gebeurt vaak op de leeftijd dat veel mensen een gezin starten. En met een huilende baby op de arm is het nog ingewikkelder om een proefschrift af te maken.’
In het rapport schrijven jullie dat de proactieve houding van de promovendus uitloop kan voorkomen.
‘Dat kan zeker helpen, maar uiteindelijk moeten Graduate Schools en promotoren ook hun verantwoordelijkheid nemen. Door samen een realistische planning te maken en duidelijk uit te spreken wat je van een promovendus verwacht. Veel promovendi, en met name buitenlandse promovendi, vertelden ons dat ze niet wisten dat van hen verwacht werd dat ze de touwtjes zelf in eigen handen namen.’
‘Graduate Schools moeten actief het gesprek aangaan met promotoren: hoe ga jij ervoor zorgen dat jouw promovendi binnen vier jaar promoveren?’Instituten zijn al jaren bezig met promovendivolgsystemen, nieuwe richtlijnen en cultuurveranderingen. Wat gaat dit rapport veranderen?
‘Het afgelopen half jaar merken we dat universiteiten eindelijk de noodzaak in gaan zien van het tijdig afronden van het promotietraject. De Graduate Schools kunnen de verandering ook echt mogelijk maken.’
‘Dat gebeurt al op sommige universiteiten. Ik ken een voorbeeld van een Graduate School die niet alleen bijhoudt hoe lang promovendi erover doen, maar ook ingrijpt wanneer ze zien dat promovendi van bepaalde promotoren er structureel langer over doen. Ze gaan dan actief het gesprek aan met de promotoren: hoe ga jij ervoor zorgen dat jouw promovendi binnen vier jaar promoveren? Dat was eerder ondenkbaar. Ik denk dat het goed is dat daar meer op gestuurd gaat worden, ook in jaargesprekken met promotoren.’
Wie moet dit rapport gaan lezen?
‘Graduate Schools. Maar ook de Colleges voor Promoties, om het promotiereglement helderder te maken. En alle promotoren. Die hopen we te bereiken via onze promovendi, door ze te vragen: leg eens een kopie van dit rapport op hun bureau.’
Comments
@andreakis please feel free to add some lines about your experiences as a panel member in the PNN-symposium on this topic today! There might be interesting overlaps for our E&W theme dialogue with Early Careers Friday next week in Utrecht.