Drijfveren van onderzoekers en docenten 2022 - onderzoeksrapport Rathenau Instituut

  • Sep 2022
  • Johan van de Worp
  • ·
  • Modified Jan 2023
  • 1
  • 1
  • 46
  • Claartje Chajes
Johan van de Worp
Nieuwsrubriek
  • Robbert Hoogstraat
  • Marjan van Hunnik
  • Claartje Chajes

Begin september heeft het Rathenau Instituut het onderzoeksrapport Drijfveren van onderzoekers en docenten 2022 gepubliceerd (zie bijlage). Het betreft een vierjaarlijks onderzoek waarin het Rathenau Instituut in kaart brengt wat wetenschappers in Nederland motiveert om hun werk te doen en in hoeverre hun werkomstandigheden daarbij aansluiten. Aan het onderzoek deden 2.200 onderzoekers en docenten mee van universiteiten, universitair medische centra, hogescholen, publieke kennisorganisaties en de instituten van NWO en de KNAW. In dit onderzoek is onder meer gevraagd in hoeverre medewerkers bekend zijn met het programma Erkennen & Waarderen.

Voor het persbericht, zie: https://www.rathenau.nl/nl/vitale-wetenschap-en-kennisecosystemen/vrouwelijke-wetenschappers-ervaren-meer-belemmeringen-dan?utm_medium=email

Attachments

Comments

1 comment, 16 January 2023
  • Edited on 20 January 2023

    Ik lees enkele interessante bevindingen in dit rapport, die relevant zijn voor E&W.

    Onderzoekers (daar heb ik het dan nu even over, in de verschillende UFO-functies) geven aan dat ze meestal (nogal klassiek) beoordeeld worden op de volgende indicatoren:

    • Peer-reviewed publicaties (en dan vooral de aantallen publicaties)
    • Hoeveelheid verworven geld

    Ze zouden daarentegen graag (ook) beoordeeld worden op de volgende indicatoren:

    • Peer-reviewed artikelen (maar dan de kwaliteit en niet per se de aantallen)
    • Kennisoverdracht voor maatschappelijke impact
    • Samenwerking, bijdragen aan teamprestaties en bijdragen aan de werksfeer
    • Leiderschap: namelijk de tevredenheid van PhD’s, studenten, docenten en onderzoekers die ze begeleiden

    Helemaal E&W dus!

    PhD’s zouden zich (naast onderzoek) graag willen ontwikkelen op kennisoverdracht voor maatschappelijke impact, en krijgen daar bij de instellingen niet altijd de ruimte voor.

    Marjan van Hunnik