Rapport 'Balans van wetenschap 2024'

  • Aug 2024
  • Johan van de Worp
  • 1
  • 50
Johan van de Worp
Kennisbank // Knowledge Base
  • Marjan van Hunnik

Afgelopen donderdag publiceerde het Rathenau Instituut het rapport Balans van de wetenschap 2024. In dit rapport maken de onderzoekers de balans op hoe het ervoor staat met het Nederlandse wetenschapssysteem door de prestaties te relateren aan de beleidsdoelstellingen die het ministerie van OCW zich stelde. Aan de hand van de beschikbare cijfers laat de balans zien hoe Nederland zich heeft ontwikkeld sinds de vorige balans uit 2020 en hoe het presteert ten opzichte van andere landen.

Uitgangspunt is de Wetenschapsvisie 2025. In de in juni 2022 gepubliceerde Beleidsbrief hoger onderwijs en wetenschap noemt de minister drie ambities:

  1. Een gezond en sterk fundament;
  2. Vergroten van de maatschappelijke impact van hoger onderwijs en onderzoek;
  3. Ruimte geven aan divers talent.

Hoewel het rapport tal van interessante observaties en conclusies bevat, richt ik mij hieronder alleen op het derde punt, omdat die nauw verwant is aan het programma Erkennen & Waarderen.

De onderzoekers concluderen dat de ruimte voor talent binnen Nederland de afgelopen periode is gegroeid. Tegelijk wijzen ze erop dat werkdruk, sociale veiligheid en diversiteit aandachtspunten blijven. Verder stellen de onderzoekers dat de aandacht voor het breder ontplooien van talenten toeneemt, maar dat de verandering langzaam gaat. De auteurs schrijven: 'Tot op heden heeft dit programma nog beperkt effect op de taakinrichting en werkbeleving van onderzoekers. Een meerderheid geeft aan geen verandering waar te nemen naar aanleiding van het programma. Zij worden vooral nog beoordeeld op traditionele indicatoren van excellentie en zijn ontevreden over de ruimte die zij krijgen om zich te ontwikkelen op andere kerntaken.' (p. 18) Even verder schrijven de auteurs: 'Met het programma Erkennen en waarderen moeten wetenschappers beter in staat worden gesteld om zichzelf te ontplooien, maar de beperkte bekendheid met het programma en de daadwerkelijke tijdsbesteding van onderzoekers en docenten laten zien dat dit vooralsnog weinig verandering teweegbrengt en weinig effect heeft op de taken van onderzoekers.' (p. 21)

Uiteraard zijn deze bevindingen niet nieuw. Het Rathenau Instituut baseert zich onder meer op het in juni verschenen rapport met de resultaten van de Erkennen & Waarderen cultuurbarometer, alsook het Drijfverenonderzoek uit 2022. Persoonlijk zie ik deze conclusies als een extra stimulans om verder te gaan met het programma. Daarbij is het belangrijk om niet alleen de ambities te herhalen, maar ook zichtbaar maken dat er wel degelijk iets aan het veranderen is - hoe langzaam het wellicht ook gaat. Dat lijkt mij te meer belangrijk gezien de huidige politieke context, die voor veel onzekerheid in de sector zorgt.

Attachments